Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Zweeds Nederlands
  • dag = de dag
  • veckan = de week
  • helgen = het weekend
  • mittveckan = de midweek
  • på morgonen = 's ochtends
  • på eftermiddagen = 's middags
  • på kvällen = 's avonds
  • på natten = 's nachts
  • under dagen = overdag
  • i morgon = morgen
  • i dag = vandaag
  • övermorgon = overmorgen
  • i går = gisteren
  • måndag = maandag
  • tisdag = dinsdag
  • onsdag = woensdag
  • torsdag = donderdag
  • fredag = vrijdag
  • lördag = zaterdag
  • söndag = zondag