- Italiaans Nederlands
- tenere = houden
- tengo = ik houd
- tieni = je houdt
- tiene = hij / zij / u houdt
- teniamo = we houden
- tenete = jullie houden
- tengono = ze houden
- Tieni! = Pak aan!
- Tenga! = Alstublieft! (hier is het)
- tenere compagnia a qualcuno = iemand gezelschap houden
- tenere un discorso = een lezing houden
- tenere un concerto = een concert geven
- terrei un concerto = ik zou een concert geven
- terrò un discorso = ik zal een lezing houden