Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • anrufen = opbellen / bellen
  • pünktlich = precies op tijd
  • sich überlegen = ergens over nadenken
  • abhauen = ervandoor gaan
  • jedenfalls = in ieder geval
  • zufällig = toevallig
  • klingeln = aanbellen
  • der Zwillingsbruder = de tweelingbroer
  • die Klassenarbeit = het proefwerk
  • unbedingt = hoe dan ook
  • die Schule schwänzen = spijbelen
  • der Grund = de reden
  • vorbeikommen = langskomen
  • vorläufig = voorlopig
  • die mittlere Reife = het havo-diploma
  • raten = adviseren
  • geeignet = geschikt
  • sich bewerben = solliciteren
  • es schaffen = het redden / het halen
  • seitdem = sindsdien
  • unterstützen = ondersteunen
  • die Unterkunft = het onderkomen
  • das Versteck = de schuilplaats
  • gelingen = lukken
  • rechtzeitig = op tijd
  • die Ausbildung = de opleiding
  • die Aufnahmeprüfung = het toelatingsexamen
  • die Unterschrift = de handtekening
  • sensibel = gevoelig
  • verletzt = gewond
  • die Behinderten = de gehandicapten
  • zunächst = eerst
  • der Krebs = de kanker
  • leihen = lenen