Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • become = worden
  • car = auto
  • cloudy = bewolkt
  • dry = droog
  • last week = vorige week
  • learn = leren
  • rain = regen
  • small = klein
  • sunny = zonnig
  • the weather = het weer
  • windy = winderig
  • a few / a couple of = een paar
  • chance = kans
  • change = veranderen
  • degrees = graden
  • future = toekomst
  • heavy = zwaar
  • outside = buiten
  • paint = schilderen
  • strong = sterk
  • village = dorp
  • wet = nat
  • afraid = bang
  • cycle = fietsen
  • earn = verdienen
  • fall = vallen
  • get up = opstaan
  • jump = springen / sprong
  • over / more than = meer dan
  • paper round = krantenwijk
  • spend = uitgeven
  • why = waarom
  • easy = gemakkelijk
  • elephant = olifant
  • lion = leeuw
  • marry = trouwen met
  • phone = bellen
  • rich = rijk