Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • exam = examen
  • take exams (to) - took - taken = examen doen
  • cycle (to) = fietsen
  • spend (to) - spent - spent = doorbrengen
  • stack shelves (to) = vakken vullen
  • interview = sollicitatiegesprek
  • practice run = oefengesprek
  • impression = indruk
  • smartly = netjes
  • blouse = bloes
  • overdo (to) - overdid - overdone = overdrijven
  • shake (to) - shook - shaken = schudden
  • firmly = stevig
  • sit up (to) - sat - sat = rechtop zitten
  • grin (to) = grijnzen
  • weird = vreemd
  • relax (to) = ontspannen
  • be prepared (to) - was / were - been = bereid zijn
  • impress (to) = indruk maken
  • grade = cijfer