Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • at home = thuis
  • Then one day, he visited a sick man at home.

    Op een dag, bezocht hij een zieke man thuis.

  • at school = op school
  • Would you consider yourself a very bright fellow at school?

    op school

  • at the pub = in het cafe
  • I'll try and get help at the pub, then.

    in het cafe

  • dull = saai
  • It was a dull party.

    saai

  • excited = opgewonden
  • You don't seem very excited.

    opgewonden

  • fun = plezier
  • have fun

    plezier hebben

  • joke = grap
  • lovely = prachtig
  • lovely lady, come along and join us!

    prachtig

  • nice = aardig / leuk
  • something nice like that?

    aardig / leuk

  • Of course = Natuurlijk
  • Of course, you are right.

    Natuurlijk, je hebt gelijk.

  • patient = geduldig
  • You must be patient with me.

    geduldig

  • pleasant = aangenaam / prettig
  • That is a much more pleasant word.

    aangenaam / prettig

  • sad = verdrietig
  • I'm sad to see you leave.

    Ik ben verdrietig om jullie te zien vertrekken.

  • stupid = dom / stom
  • What a stupid thing to do.

    dom / stom

  • (to) admire = bewonderen
  • I'm trying to tell you how much I admire you...

    bewonderen

  • (to) fall in love with = verliefd worden op
  • Why do I fall in love with every woman I see...

    verliefd worden op

  • (to) hope = hopen
  • (to) regret = spijten
  • ...I will regret it forever.

    spijten

  • (to) remember = zich herinneren / denken aan
  • I don't eat bacon, remember ?

    zich herinneren / denken aan

  • (to) surprise = verrassen
  • a big surprise for you and Pee.

    verrassen

  • (to) understand = begrijpen
  • Even I can't understand their logic at times.

    begrijpen

  • (to) weep = huilen
  • Why do you weep?

    huilen

  • (to) worry = zich zorgen maken
  • It's all right. I'm gonna be home in an hour. Don't worry.

    zich zorgen maken

  • unfortunately = helaas
  • unfortunately, they'll be the victims

    helaas

  • upset = geschokt
  • I know you're upset

    geschokt