NL
EN
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Engels - moved
Eisma - Library
Library 2nd Edition - jaar 1
KGT - File 2 - A Perfect Day - B
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren.
Print de lijst als
flashcards
.
Lijst exporteren als tekstbestand.
Engels
Nederlands
a text (message)
=
een sms’je
a walk
=
een wandeling
apartment
=
flat
breakfast
=
ontbijt
clothes
=
kleding
dinner
=
diner
leaves
=
bladeren
loud music
=
luide / harde muziek
lunch
=
lunch
message
=
bericht
pumpkin
=
pompoen
sandcastle
=
zandkasteel
school bag
=
schooltas
shower
=
douche
soccer match
=
voetbalwedstrijd
supermarket
=
supermarkt
table
=
tafel
teeth
=
tanden
the whole day
=
de hele dag
to be fond of
=
dol zijn op
to build
=
bouwen
to carve
=
snijden
to celebrate
=
vieren
to clean
=
schoonmaken
to gather
=
verzamelen
to go
=
gaan
to have class
=
les hebben
to leave
=
weggaan
to like
=
leuk vinden, houden van
to look
=
kijken
to pick up
=
ophalen
to plant
=
in de grond planten
to sleep
=
slapen
to swim
=
zwemmen
to wait
=
wachten
don’t mind
=
niet erg vinden
in the latest fashion
=
naar de laatste mode
out of bed
=
uit bed
see you later
=
tot later
She’s getting dressed.
=
Ze kleedt zich aan.
I’m watching TV.
=
Ik ben TV aan het kijken.
He’s cleaning up.
=
Hij is aan het opruimen.
Said loves ice skating.
=
Said houdt van schaatsen.
We love sunbathing.
=
Wij houden van zonnebaden.
Put on your clothes.
=
Doe je kleren aan.
I’m going home.
=
Ik ga naar huis.
Tell me about it.
=
Vertel me erover.
Months
=
Maanden
January
=
januari
February
=
februari
March
=
maart
April
=
april
May
=
mei
June
=
juni
July
=
juli
August
=
augustus
September
=
september
October
=
oktober
November
=
november
December
=
december
Seasons
=
Seizoenen
spring
=
lente
summer
=
zomer
autumn / fall
=
herfst
winter
=
winter