NL
EN
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Engels - moved
Eisma - Library
Library 2nd Edition - jaar 2
KGT2 - File 1 - Help - Phrases You Can Use
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren.
Print de lijst als
flashcards
.
Lijst exporteren als tekstbestand.
Engels
Nederlands
It really hurt.
=
Het deed veel pijn.
It hurt near my shoulder.
=
Het deed pijn vlak bij mijn schouder.
You need a cast.
=
Je hebt gips nodig.
You need a splint.
=
Je hebt een brace nodig.
David bruised his thumb.
=
David kneusde zijn duim.
These pills will soothe the pain.
=
Deze pillen verlichten de pijn.
I felt nauseous.
=
Ik was misselijk.
I had to vomit.
=
Ik moest overgeven.
You can see the doctor at two o’clock.
=
Je hebt om twee uur een afspraak bij de dokter.
Use the ointment three times a day.
=
Gebruik deze zalf drie keer per dag.
Can I help you?
=
Kan ik je helpen?
What is your name?
=
Hoe heet je?
Do you need any help?
=
Heb je hulp nodig?
What’s wrong with you?
=
Wat is er met je aan de hand?
My leg hurts.
=
Mijn been doet zeer.
I cannot move my fingers.
=
Ik kan mijn vingers niet bewegen.
My back hurts really bad.
=
Mijn rug doet heel erg zeer.
It hurts near my shoulder.
=
Het doet zeer bij mijn schouder.
Are you in a lot of pain?
=
Heb je veel pijn?
You need to go to hospital.
=
Je moet naar het ziekenhuis toe.
You bruised your toes.
=
Je hebt je tenen gekneusd.