Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • capital = hoofdstad
  • competence = hier: begrip
  • decline = neergang
  • faraway = heel ver weg
  • globe = aarde
  • influence = invloed
  • landmark = herkenbaar punt
  • map = kaart
  • mother tongue = moedertaal
  • other side = overkant, andere kant
  • population = bevolking
  • to assume = bestijgen (van troon)
  • to attend = deel nemen aan
  • to consist = bestaan uit
  • to emerge = opkomen
  • to encounter = tegenkomen
  • to explore = ontdekken
  • to offence = beledigen
  • to refer = refereren
  • to restore = herstellen
  • to struggle = vechten
  • current = huidig
  • currently = momenteel
  • fluently = vloeiend
  • foreign = buitenlands
  • in common = gemeenschappelijk hebben
  • in reference = terugslaan op
  • major = belangrijk
  • nearly = bijna
  • out of work = werkloos
  • similar = gelijk
  • started off = zette in werking
  • surely = zeker weten
  • therefore = daarom
  • well known = beroemd