Minerva

Woordenlijsten Minerva

Hier vind je de woordenlijsten van Minerva van Eisma. Leer de woordjes makkelijk met Wozzol.

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Latijn Nederlands
  • ceteri (mv.) = overige(n)
  • metus = angst / vrees
  • pudor / pudoris (m) = schaamte / eergevoel
  • prius (bijw.) = eerder / vroeger / tevoren / liever
  • consul / consulis (m) = consul
  • sese ( = se)
  • permitto (permittĕre) = 1. toevertrouwen 2. toestaan
  • progredior (progredi), progressus sum = voortgaan
  • obviam (bijw.) = tegemoet
  • obvius, -a, -um = tegemoet (komend)
  • consisto (consistĕre) = gaan staan, blijven staan
  • vis, acc. vim, abl. vi (v) = 1. geweld, kracht 2. macht, invloed
  • quidam, quaedam, quoddam (cuiusdam) = 1. zekere 2. enkele, enige
  • fio (fieri), factus sum = 1. worden 2. gebeuren 3. gemaakt worden (pass. van facio)
  • fit = 3e persoon ev. van fio (fieri)
  • inde (bijw.) = 1. daarvandaan, vandaar (van plaats) 2. daarna (van tijd) 3. vandaar, daarom (van reden)
  • os, oris (o) = mond, gezicht
  • ubi = 1. waar 2. zodra, wanneer
  • uterque, utraque, utrumque (utriusque) = (elk van) beide(n)
  • nixus / nisus = ppp van nitor (niti)
  • nitor (niti) = 1. (+ abl.) steunen op 2. zich inspannen
  • opera = 1. moeite, inspanning 2. hulp
  • ferox, -ox, -ox (ferocis) = 1. strijdlustig 2. woest, fel
  • causa = 1. reden, oorzaak 2. zaak, rechtzaak
  • quinque (onverbuigbaar) = vijf
  • bene (bijw.) = goed
  • uter, utra, utrum (utrius) = wie van beide(n), welk van beide(n)?