Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Nederlands Nederlands
  • concentreren = je aandacht op één ding op richten
  • digitaal = de manier waarop de computer werkt: met getallen
  • discussiëren = met elkaar praten over een onderwerp waarover ieder een andere mening heeft
  • fanatiek = heel erg enthousiast, met veel inzet
  • internationaal = waar verschillende landen mee te maken hebben
  • investeren in = geld of tijd besteden aan
  • de leek = iemand die weinig weet van een bepaald vak of onderwerp
  • nationaal = wat te maken heeft met één land
  • de obsessie = de overdreven belangstelling voor iets
  • profiteren = voordeel halen uit
  • tevens = ook
  • tijdens = op het moment van, gedurende
  • aan het oog onttrekken = onzichtbaar maken
  • bovendien = trouwens, ook
  • de collectie = de verzameling
  • compleet = alles is er
  • gewaagd = spannend, gevaarlijk
  • grondig = behoorlijk, flink, goed
  • in oorspronkelijke staat = zoals iets in het begin was
  • modern = van deze tijd
  • de poging = het proberen
  • het risico = het gevaar
  • uiteraard = natuurlijk
  • uitstallen = neerzetten om te laten zien
  • verklaren = 1 uitleggen; 2 plechtig vertellen