NL
EN
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Nederlands
Malmberg
Talent
VMBO-BK - Leerjaar 2 - 2e editie
Hoofdstuk 5.0 - bk
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren.
Print de lijst als
flashcards
.
Lijst exporteren als tekstbestand.
Nederlands
Nederlands
aandurven
=
durven te doen
behendig
=
snel en handig iets doen
het boegbeeld
=
iemand die als belangrijk voorbeeld voor een organisatie wordt gebruikt / het mooi versierde beeld voor op een oud schip
het doorzettingsvermogen
=
de kracht om door te gaan, ook bij tegenslag
grof
=
ruw, zonder details / erg onbeleefd
leidinggeven
=
besturen / aanvoeren / leiden
ongetwijfeld
=
zonder twijfel / zeker
stug
=
stijf, niet makkelijk te buigen / niet vriendelijk / zonder op te houden
de tegenslag
=
gebeurtenis die niet gaat zoals je wilt / pech
vastbesloten
=
met sterke wil om een plan uit te voeren
het zelfvertrouwen
=
zeker weten dat het zal lukken wat je wilt doen
zorgvuldig
=
met veel aandacht en heel precies / nauwkeurig
aanmoedigen
=
zeggen dat iemand het goed doet en moet doorgaan
afpersen
=
iemand dwingen jou geld te geven door te dreigen (bijvoorbeeld: met geweld)
de ambitie
=
de wil om iets te bereiken
beletten
=
zorgen dat iemand iets niet doet / verhinderen
bestemd voor
=
bedoeld voor
bitter
=
een van de vijf basissmaken van voedsel / boos en teleurgesteld
de branche
=
alle bedrijven samen die hetzelfde product of dezelfde dienst leveren
het etmaal
=
een dag en een nacht, dus 24 uur
experimenteren
=
proberen om te zien wat mogelijk is
te grazen nemen
=
een flinke grap met iemand uithalen
laconiek
=
een kalme reactie, terwijl je dat niet verwacht
overbrengen
=
duidelijk maken