NL
EN
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Nederlands
Malmberg
Talent
HAVOVWO - Leerjaar 2 - 2e editie
Hoofdstuk 5.0 - havo/vwo
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren.
Print de lijst als
flashcards
.
Lijst exporteren als tekstbestand.
Nederlands
Nederlands
abominabel
=
afschuwelijk / stuitend / bijzonder slecht
het aura
=
glans om iemand heen die alleen paranormalen kunnen zien / uitstraling, air
het college
=
les op een universiteit
concreet
=
in werkelijkheid bestaand
erbarmelijk
=
meelijwekkend / heel slecht / waardeloos
het fenomeen
=
verschijnsel
finaal
=
uiteindelijk / volkomen, totaal, volledig
klassiek
=
behorend tot de Griekse, Romeinse Oudheid / van blijvende waarde / al lang bestaand maar nog steeds geldend, traditioneel
lanceren
=
een raket afschieten / starten, uitbrengen
ondersneeuwen
=
bedolven raken
ongegrond
=
zonder reden / onterecht
permanent
=
voortdurend / blijvend
promoten
=
reclame maken voor / pushen
de staat
=
land of gebied met een bestuur / toestand waarin iets zich bevindt, hoe iets is
de stellige overtuiging
=
overtuiging waarvan iemand heel zeker is
in het niet vallen
=
niets voorstellen
in het zonnetje zetten
=
prijzen / complimenteren
de bijwerking
=
onbedoelde werking van een medicijn
de diagnose
=
vaststelling welke ziekte iemand heeft
je einde nadert
=
je gaat bijna dood
falen
=
je doel niet bereiken / mankeren, tekortschieten
het gebrek
=
gemis / lichamelijk ongemak, fout, mankement
onfortuinlijk
=
als je pech hebt / noodlottig / ongelukkig
het principe
=
grondbeginsel, basis / duidelijke overtuiging over wat goed en slecht is
radicaal
=
grondig / ingrijpend / met vergaande gevolgen
de stamcel
=
cel die in staat is om in een ander celtype te veranderen
de transplantatie
=
overplaatsing van een orgaan naar een ander deel van het lichaam, of naar een ander lichaam
de tumor
=
kanker / woekergezwel