NL
EN
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Nederlands
Malmberg
Talent
VWO - Leerjaar 3 - 2e editie
Hoofdstuk 4.0 - vwo/gymnasium
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren.
Print de lijst als
flashcards
.
Lijst exporteren als tekstbestand.
Nederlands
Nederlands
het allooi
=
soort, waarde, innerlijke waarde
het alternatief
=
keuze of oplossing die ook mogelijk is / anders dan gewoonlijk
zich bedienen van
=
gebruiken
dat kan niet door de beugel
=
dat is niet toegestaan
bevallig
=
knap, mooi, prettig om te zien
clandestien
=
geheim, heimelijk omdat het verboden is
het cliché
=
uitdrukking zonder veel betekenis (door veel gebruik)
de code
=
cijfers en letters waarin een boodschap verborgen is / regels voor gedrag
tot dusver, tot dusverre
=
tot dit moment
heilig verklaren
=
iemand heilig maken / met eerbied behandelen / erg belangrijk vinden
het icoon
=
schildering op hout van religieuze figuur / voorbeeldig persoon / symbooltje op computerscherm
de ideologie
=
geheel van ideeën op een bepaald gebied, bijvoorbeeld: liberalisme, socialisme
de ingewijde
=
iemand die hoort bij een groep / iemand die veel kennis heeft over een bepaald gebied
aan de man brengen
=
verkopen
marginaal
=
zeer gering, onbelangrijk, bijkomstig
een nare bijsmaak geven
=
een vervelend gevoel bezorgen
de pose
=
houding
potentieel
=
mogelijk / mogelijkheid tot, vermogen
prominent
=
vooraanstaand, op de voorgrond tredend
de propaganda
=
reclame voor bepaalde ideeën
aan status winnen
=
steeds belangrijker gevonden worden
uitgelezen
=
heel geschikt om iets te doen, uitmuntend
uitgemergeld
=
ongezond dun
verheerlijken
=
ophemelen, prijzen
verwerven
=
krijgen, bereiken
zucht naar
=
(te groot) verlangen naar