Goedgebekt

Goedgebekt

Leer vele moeilijke woorden, uitdrukkingen, e.d. met Goedgebekt compleet. Ga voor meer informatie naar Studieboeken Nederlands van Uitgeverij Pak.

Wil je Nederlandse spelling oefenen? Doe dat met de app van Meester Klaas.

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Nederlands Nederlands
  • Geloof aan iets hechten. = iets voor waar aannemen
  • Zich gepasseerd voelen. = teleurgesteld zijn, omdat je bv. ergens niet voor gevraagd bent
  • Van de prins geen kwaad weten. = zich van geen kwaad bewust zijn
  • Iets in zijn schild voeren. = iets stiekem van plan zijn
  • Bij iemand in het krijt staan. = iemand iets schuldig zijn
  • Over koetjes en kalfjes praten. = over onbelangrijke zaken praten
  • Het gelag moeten betalen. = voor de kosten opdraaien
  • Goedgebekt zijn. = goed kunnen spreken
  • Iemand de zwartepiet toespelen. = proberen iemand de schuld te geven
  • Iemand monddood maken. = ervoor zorgen dat iemand zijn mening niet kan geven
  • Geloof aan iets .... = hechten
  • Zich gepasseerd .... = voelen
  • Van de prins geen kwaad .... = weten
  • Iets in zijn schild .... = voeren
  • Bij iemand in het krijt .... = staan
  • Over koetjes en kalfjes .... = praten
  • Het gelag moeten ... = betalen
  • Goedgebekt .... = zijn
  • Iemand de zwartepiet .... = toespelen
  • Iemand monddood .... = maken
  • frappant = treffend
  • flexibel = meegaand
  • inventieve = vindingrijke
  • chaotisch = wanordelijk
  • effectief = doeltreffend
  • coulant = toegeeflijk
  • loyaal = trouw
  • infantiel = kinderlijk
  • prominent = opvallend
  • miraculeuze = wonderbaarlijke
  • collage = samenvoeging van allerlei dingen tot een geheel
  • cliché = een veelgebruikte (afgezaagde) formulering
  • telepathie = een soort gedachtelezen
  • attitude = een bepaalde houding of instelling
  • rataplan = allerlei ongeordende spullen
  • circulaire = een rondschrijven, een rondzendbrief
  • averij = schade aan een schip
  • supplement = een aanvulling bij bv. een boek
  • offerte = een prijsopgave
  • delict = een strafbaar feit