Eisma Station

Woordenlijsten Station

Hier vind je de woordenlijsten van Station van Eisma. Leer de woordjes makkelijk met Wozzol.

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Nederlands Nederlands
  • de aanleiding = de reden voor
  • Zijn onbeleefde gedrag gaf aanleiding tot ruzie.

  • activeren = werkzaam maken
  • Door op de knop te drukken, activeerde de burgemeester het nieuwe computersysteem.

  • de auditie = het optreden om te zien of je geschikt bent voor de rol
  • Na de geslaagde auditie kreeg Simone een rol in de musical.

  • blindelings = zonder te zien, zonder na te denken
  • De soldaten gehoorzaamden blindelings hun commandant.

  • de bloedwaarde = het gehalte van een bepaalde stof in het bloed
  • De arts controleerde de bloedwaarden in het bloed om te zien wat er aan de hand was met de patiënt.

  • blootstellen aan = in gevaar brengen van
  • De bewoners moesten deuren en ramen gesloten houden omdat zij anders blootgesteld werden aan het giftige gas.

  • de burgerlijke stand = het register van de gemeente voor geboortes, overlijdensgevallen en huwelijken
  • Als er een baby wordt geboren, geeft de vader de geboorte aan bij de burgerlijke stand.

  • de carrière = de loopbaan
  • Aan het einde van zijn loopbaan kon de directeur terugkijken op een mooie carrière.

  • het circuit = de gesloten baan voor snelheidswedstrijden
  • Op het circuit van Zandvoort kun je keihard scheuren in je auto.

  • de claustrofobie = de angst voor kleine ruimtes
  • Mensen met claustrofobie durven niet in een lift, omdat deze te klein is.

  • constant = doorlopend / voortdurend
  • De meisjes waren constant aan het kletsen tot grote ergernis van de docent.

  • daarentegen = daar staat tegenover
  • De jongens daarentegen werkten goed door tijdens de les.

  • daarnaast = ook
  • Onze kat houdt erg van luieren, maar daarnaast van jagen op muizen en vogeltjes.

  • desalniettemin = toch
  • Ik ben moe, desalniettemin ga ik met mijn vriendinnen naar de film.

  • desondanks = ondanks dat
  • De film was saai, desondanks hebben we een leuke avond gehad met elkaar.

  • de dikhuid = de olifant
  • Vroeger had ieder circus een paar dikhuiden die tijdens de voorstelling optraden.

  • de discipline = de studierichting, tak van wetenschap, sport of kunst
  • Roos-Anne studeert af in de discipline dansen.

  • de discipline = het strenge regime
  • In jeugdinrichtingen heerst een strenge discipline, de jongeren mogen heel weinig.

  • duizelingwekkend = duizelingen veroorzakend, enorm
  • Toen we langs het ravijn reden, keken we in een duizelingwekkende diepte.

  • de energiewinning = de manier om energie op te wekken
  • De komende jaren onderzoeken wetenschappers andere manieren van energiewinning.

  • ergens een streep door zetten = iets gaat niet door
  • Ook al was het plan nog zo leuk, de mentor zette er een streep door: het ging niet door.

  • ergens zonder kleerscheuren vanaf komen = zonder nadelige gevolgen
  • Gelukkig kwamen we er zonder kleerscheuren vanaf en had niemand verwondingen na de valpartij met de fietsen.

  • extreem = uiterst / buitengewoon / radicaal
  • Op de televisie is een programma over extreme eetgewoontes waarin je mensen ziet die bijvoorbeeld alleen maar brood met hagelslag eten.

  • de fanbase = de liefhebbers van iets
  • Star Wars en Star Trek zijn films en series die een grote fanbase hebben.

  • de functie = het doel / de bedoeling
  • Weet jij wat de functie van dat lampje is?

  • de gadget = het hebbedingetje
  • Op de huishoudbeurs krijg je allemaal leuke gadgets waar je later niets meer mee doet.

  • de getuigen = de mensen die het hebben gezien / die bij het voorval waren
  • De rechtbank riep de getuigen op te vertellen wat ze hadden gezien tijdens de ruzie.

  • grijnzen = onaangenaam spottend lachen
  • De nare jongen zat te grijzen toen de oude mevrouw struikelde over zijn benen.

  • m'n hart vasthouden = bang zijn
  • Ik houd mijn hart vast als mijn broertje z'n eerste rijles heeft.

  • herenigen = weer bij elkaar brengen
  • Na lange tijd werd het adoptiekind met zijn biologische moeder herenigd.

  • de hoedenplank = de plank voor het achterraam van de auto
  • Leg die knuffel maar op de hoedenplank, dan kun je er makkelijk bij.

  • de hygiëne = het ervoor zorgen dat jij en je omgeving schoon zijn
  • Door een slechte hygiëne kun je gemakkelijk ziek worden.

  • de identificatieplicht = de verplichting om altijd een geldig ID bij je te hebben
  • Iedere burger vanaf 14 jaar heeft identificatieplicht en moet zijn ID kunnen laten zien als de politie erom vraagt.

  • de impressie = de indruk
  • De bouwtekening gaf een goede impressie van het project.

  • de indruk = de uitwerking
  • De schokkende film maakte een diepe indruk op alle leerlingen.

  • inspireren = enthousiast maken
  • Veel mensen werden geïnspireerd door de toespraak van de president.

  • intensief = sterk / intens
  • Tijdens de uitwisseling hadden de leerlingen intensief contact met elkaar.

  • in kaart brengen = een overzicht van iets maken
  • Op deze lijst heb ik mijn collectie games in kaart gebracht.

  • het klappen van de zweep kennen = door ervaring weten hoe iets moet
  • Als je veel ervaring hebt opgedaan, dan ken je het klappen van de zweep.

  • koorddansen = over een gespannen touw lopen
  • In een circus is er altijd wel iemand die kan koorddansen op een koord in de nok van het circus.

  • kritiek = gevaarlijk
  • De toestand van de gewonde passagier was erg kritiek, daarom lag hij op de intensive care.

  • de kritiek = de aanmerkingen op iemands optreden of daden
  • De jury had veel kritiek op het optreden van de jongen tijdens de talentenjacht.

  • het kroost = de kinderen
  • De moedereend verzamelde haar kroost en zwom met al haar kuikens naar de overkant van de sloot.

  • legendarisch = befaamd / erg beroemd
  • Elvis Presley was een legendarische artiest.

  • letterlijk = precies zoals het er staat
  • Je moet letterlijk doen wat er in het recept staat, anders mislukt de taart.

  • liefkozen = liefdevol strelen / iets zeggen
  • Een liefkozend gebaar, zoals een aai, is fijn.

  • de locatie = de plaats
  • Het clubgebouw van de hockeyclub is een goede locatie voor ons feest.

  • het logo = het merkteken
  • Aan een logo herken je een bedrijf vaak snel.

  • lokaal = plaatselijk
  • Volgens het weerbericht kan er lokaal een bui vallen.

  • het loopt gesmeerd = het gaat prima
  • De chef was tevreden, want het werk liep gesmeerd en iedereen was op tijd klaar.

  • de medicatie = de medicijnen
  • De voorgeschreven medicatie sloeg goed aan en de jongen genas snel.

  • de missie = de opdracht
  • De mariniers moesten hun missie geheimhouden voor hun familie.

  • de motivatiebrief = de brief waarin je uitlegt waarom je iets wilt
  • Talitha schreef een motivatiebrief omdat ze in de leerlingenraad wilde.

  • noteren = opschrijven
  • Wil je even noteren dat Jan de volgende vergadering trakteert?

  • officieel = wettig / echt
  • Vanaf nu ben ik gediplomeerd en mag ik mij officieel tandartsassistente noemen.

  • ontwaken = wakker worden
  • Na een heerlijke nachtrust ontwaakte Susan uitgerust.

  • de overlast = de hinder
  • Op het strand mag je geen harde muziek luisteren, dan zorg je voor overlast.

  • overwegen = erover nadenken om iets te doen
  • Ik overweeg om een Fiat 500 cabrio te kopen, want dat vind ik zo'n leuke auto!

  • de pechvogel = iemand die altijd pech heeft
  • Jari is een echte pechvogel: eerst breekt hij zijn been en nu zijn pols.

  • de piste = de cirkel in een circustent
  • De paarden draafden rondjes in de circuspiste.

  • de piste = de skibaan op een berg
  • Na je eerste skicursus mag je op de blauwe piste skiën.

  • programmeren = instellen
  • Ik heb de harddiskrecorder zo geprogrammeerd dat hij iedere week mijn favoriete serie opneemt.

  • raadzaam = verstandig
  • Volgens mij is het raadzaam die oude deursloten te vervangen.

  • registreren = opschrijven in een register
  • Iedere arts is geregistreerd in het artsenregister.

  • regulier = gebruikelijk / gewoon
  • Mijn broertje zit op een gewone basisschool, het zogenaamde regulier onderwijs.

  • respectievelijk = opeenvolgend
  • Mijn zusjes zijn respectievelijk dertien en elf jaar oud.

  • de scène = de heftige uitbarsting
  • Maak toch niet zo'n scène, iedereen kijkt naar ons!

  • de scène = het onderdeel van een toneelstuk
  • Een toneelstuk is vaak verdeeld in verschillende scènes.

  • de sensor = het instrument dat veranderingen kan waarnemen
  • In de lamp bij de buitendeur zit een sensor waardoor de lamp aangaat als er iemand in de buurt komt.

  • signaleren = constateren / zien
  • De politie signaleert een toename van het aantal inbraken in de zomer.

  • slechts = alleen maar / niet meer dan dat
  • Met zo weinig geld kun je slechts brood en melk kopen.

  • specifiek = in het bijzonder
  • De inspectie let specifiek op het contact tussen leerling en docent.

  • de staar = de oogziekte waarbij de lens vertroebelt / dof wordt
  • Oudere mensen kunnen last krijgen van staar en daardoor worden ze langzaam blind.

  • stellig = beslist
  • Lisa is er stellig van overtuigd dat ze gelijk heeft.

  • de stelling = de bewering
  • In deze methode krijg je regelmatig een opdracht met stellingen.

  • de stroming = het (krachtig) stromen van het water
  • Pas op als je in zee gaat zwemmen, want de stroming is erg sterk.

  • de timelaps-camera = de camera waarmee je beelden zo achter elkaar kunt zetten dat er beweging ontstaat
  • Met een timelaps-camera kun je prachtige filmpjes maken.

  • tokkelen = snaren aanraken / in trilling brengen met de vingers
  • Bij het kampvuur zat Martijn op zijn gitaar te tokkelen.

  • tokkelen = van een bergwand suizen langs een touw
  • Van een rotswand van 50 meter tokkelen is een heftige, maar geweldige ervaring.

  • het traject = deel van een weg of spoorlijn
  • Op dit traject is vaak een snelheidscontrole.

  • de tsunami = de door een zeebeving veroorzaakte vloedgolf
  • Tijdens de tsunami in Azië zijn er veel mensen verdronken.

  • uit de lucht komen vallen = totaal onverwacht
  • Dat mijn zus trouwde met haar vriend kwam voor mijn ouders totaal uit de lucht vallen.

  • uitdagend = tot iets uitnodigen of verleiden
  • Kim gedroeg zich uitdagend, omdat ze de aandacht van die leuke jongen wilde trekken.

  • uitrusten = bijkomen van vermoeidheid
  • Na die lange fietstocht moesten de fietsers even uitrusten.

  • uitstralen = verspreiden
  • Bij sommige mensen voel ik me prettig, want die stralen rust uit.

  • uniek = enig in zijn soort
  • De bioloog ontdekte een uniek plantje in de jungle.

  • vertoeven = verblijven
  • Tijdens onze vakantie vertoeven wij in een viersterrenhotel.

  • de vitaliteit = de levenskracht
  • Sommige oudere mensen hebben een grote vitaliteit en komen daardoor jonger over.

  • vol overgave = met veel toewijding
  • De zangeres zong vol overgave het gevoelige nummer, zodat iedereen ontroerd was.

  • volbrengen = iets moeilijks afmaken / afronden
  • Ik vind het een prestatie dat zoveel mensen ieder jaar de Nijmeegse Vierdaagse volbrengen.

  • de vordering = de eis
  • De deurwaarder kwam bij de wanbetaler aan de deur met een vordering.

  • de waaghals = de roekeloze persoon
  • Die jongen is een echte waaghals, hij doet altijd heel gevaarlijke dingen.

  • waarschijnlijk = vermoedelijk waar of juist
  • Na dit tweede gesprek heb ik waarschijnlijk de baan.

  • was een feit = was zeker
  • Na de handtekening was de verkoop van het huis een feit.

  • weergeven = laten zien
  • De foto's van de vakantie geven goed weer hoe leuk het was.

  • de wereldfaam = de beroemdheid wereldwijd
  • Vanavond treedt hier een artiest van wereldfaam op. Zij is beroemd van Azië tot Amerika.

  • worstelen = iets met moeite doen
  • Stijn worstelde met zijn wiskunde huiswerk, want hij vond het erg moeilijk.

  • het ziekteverzuim = de afwezigheid wegens ziekte
  • In die slecht georganiseerde fabriek is het ziekteverzuim hoog.