Apúntate deel 2

Hier vind je de woordenlijsten van ¡Apúntate! Het woordjes leren doe je met Wozzol.

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Spaans Nederlands
  • el primer día = de eerste dag
  • el primer(o) = de eerste / het eerste
  • la primera = het eerste / de eerste
  • el insti(tuto) = de middelbare school
  • el coche = de auto
  • ir en coche = met de auto gaan
  • ir en bici = met de fiets gaan
  • No te preocupes. = Maak je geen zorgen.
  • el camino = de weg
  • el pie = de voet
  • a pie = te voet
  • ir a pie = te voet gaan
  • el señor = de meneer
  • la señora = de mevrouw
  • disculpar = zich excuseren
  • usted = u
  • cruzar = oversteken
  • seguir = volgen
  • todo recto = (helemaal) rechtdoor
  • coger = nemen
  • el segundo = de / het tweede
  • la segunda / el segundo

    de / het tweede

  • la segunda = de / het tweede
  • la segunda / el segundo

    de / het tweede

  • a la derecha (de) = rechts / aan de rechterkant
  • a la izquierda (de) = links / aan de linkerkant
  • unos = enkele / een paar
  • unas / unos

    enkele / een paar

  • unas = enkele / een paar
  • unas / unos

    enkele / een paar

  • lejos = ver (weg)
  • hay que = je moet
  • el bus = de bus
  • el autobús / el bus

    de bus

  • el autobús = de bus
  • el autobús / el bus

    de bus

  • ¡Qué va! = Welnee! / Nee joh!
  • el semáforo = het verkeerslicht
  • ve! = ga!
  • ¿Está claro? = Is het duidelijk?
  • ¡Creo que sí! = Ik geloof van wel!
  • el portero = de portier / de conciërge
  • esperar = wachten / verwachten
  • por poco = bijna niet / nauwelijks
  • el aula = het klaslokaal