Apúntate deel 2

Hier vind je de woordenlijsten van ¡Apúntate! Het woordjes leren doe je met Wozzol.

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Spaans Nederlands
  • la sorpresa = de verrassing
  • el pasillo = de gang
  • estar perdido = verdwaald zijn / de weg kwijt zijn
  • el tío = de gast / de vent
  • explicar = uitleggen
  • irse = (weg)gaan
  • deprisa = snel / gehaast
  • la vez = de keer
  • recibir = krijgen / ontvangen
  • el tercer(o) = de / het derde
  • la tercera / el tercer(o)

    de / het derde

  • la tercera = de / het derde
  • la tercera / el tercer(o)

    de / het derde

  • el cuarto = de / het vierde
  • la cuarta / el cuarto

    de / het vierde

  • la cuarta = de / het vierde
  • la cuarta / el cuarto

    de / het vierde

  • la quinta = de / het vijfde
  • el quinto / la quinta

    de / het vijfde

  • el quinto = de / het vijfde
  • el quinto / la quinta

    de / het vijfde

  • ducharse = zich douchen
  • ponerse = aandoen / aantrekken
  • ¿Qué te parece ...? = Wat vind je van...?
  • majo = aardig / vriendelijk
  • Me parecen = Dat lijken me
  • Me parece = Dat lijkt me
  • la cafetería = de kantine / de cafetaria
  • sentarse = (gaan) zitten
  • la aventura = het avontuur
  • quejarse (de) = klagen (over)
  • sin parar = onafgebroken / aan een stuk door
  • parar = stoppen
  • ponerse así = gek doen
  • hablar hasta por los codos = aan een stuk door praten
  • el codo = de elleboog
  • tanto que = zo veel te
  • Tengo tanto que contar. = Ik heb zo veel te vertellen.
  • levantarse = opstaan
  • la cola = de (wacht)rij
  • empezar (a) = beginnen (met)
  • alto = lang / hoog
  • ponerse rojo (como un tomate) = rood worden (als een tomaat)
  • demasiado = te veel
  • presentar = voorstellen
  • llamarse = heten
  • la casualidad = het toeval / de toevalligheid
  • alegrarse (de) = zich verheugen (over)
  • acordarse (de) = zich herinneren