Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Spaans Nederlands
  • estar a bordo = aan boord zijn
  • estar presente = aanwezig zijn
  • estar = liggen
  • compartimento superior, el = bagagevak, het
  • encima de = boven
  • botiquín de primeros auxilios, el = EHBO koffer, de
  • no hay… = er is geen…/er zijn geen…
  • hay… = er is…/er zijn…
  • puerta (de embarque), la = gate, de
  • estar roto/-a = kapot zijn
  • menú, el = menukaart, de
  • no estar presente = niet aanwezig zijn
  • faltar = ontbreken
  • abrir = openen
  • lista de pasajeros, la = passagierslijst, de
  • chaleco salvavidas, el = reddingsvest, het
  • cuna, la = reiswieg, de
  • fila , la = rij, de
  • respaldo del asiento, el = rugleuning, de
  • comida vegetariana, la = vegetarische maaltijd, de
  • estar sucio/-a = vies zijn