NL
EN
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Nederlands
Goedgebekt
Deel 1 Herhaling
Taak 01 t/m 15
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren.
Print de lijst als
flashcards
.
Lijst exporteren als tekstbestand.
Nederlands
Nederlands
het gebruik van titels (bv. in correspondentie)
=
titulatuur
iets oogluikend toestaan
=
gedogen
een zich snel uitbreidende besmettelijke ziekte
=
epidemie
het nemen van proeven op levende dieren
=
vivisectie
een drankje vóór het eten
=
aperitief
een gedaanteverwisseling
=
metamorfose
letterlijk weergeven wat iemand zegt
=
citeren
toekenning van gelijke rechten
=
emancipatie
een uitnodiging voor een vergadering
=
convocatie
uitgeleend aan een andere werkgever
=
gedetacheerd
iemand iets onder de neus wrijven
=
iemand (min of meer) onvriendelijk op zijn fouten wijzen
grof geschut inzetten
=
heel zware middelen inzetten om iets te bereiken
geen droog brood verdienen
=
heel weinig verdienen
spreken is zilver, zwijgen is goud
=
soms is het verstandig om niets te zeggen
dat is mosterd na de maaltijd
=
dat is nu te laat
dat is lood om oud ijzer
=
dat maakt niets uit
goedkoop is duurkoop
=
iets wat goedkoop was, blijkt vaak niet goed te zijn
geen middel onbeproefd laten
=
er alles aandoen om iets voor elkaar te krijgen
zonder blikken of blozen
=
onverstoorbaar
het naadje van de kous willen weten
=
precies willen weten hoe het zit
het op iemand gemunt hebben
=
iemand als slachtoffer gekozen hebben
iets soldaat maken
=
iets opeten of opdrinken
iemand verwijten naar het hoofd slingeren
=
kritiek leveren
iemand stroop om de mond smeren
=
aardig doen om iets voor elkaar te krijgen
van toeten noch blazen weten
=
er niets van af weten
het hoofd in de schoot leggen
=
zich ergens bij neerleggen
iemand de laan uitsturen
=
iemand ontslaan
de lachers op zijn hand hebben
=
het publiek / de omgeving meekrijgen (door een grap)
achter het net vissen
=
een kans gemist hebben
met iets op de proppen komen
=
ergens over beginnen / iets laten zien