NL
EN
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Woordenlijsten
Nieuws
Wat kun je doen
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Oudgrieks
Eisma
Homerus 2022 Basiswoorden
Blok 11 (Hfdst. 2 / 2a)
Basiswoorden bij het CE Grieks 2022
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Download de lijst als
flashcards
.
Lijst exporteren als tekstbestand.
Oudgrieks
Nederlands
ὁ ἥρως / ἥρωος
=
held
εὐρύς / εὐρέος
=
breed
μέγας / μεγάλη / μέγα / μεγάλου
=
groot
μέγα (bijw.)
=
zeer / erg
ἀμφί / ἀμφ' + acc.
=
om . . . heen / rondom
μέλας / μέλαινα / μέλαν / μέλανος / μέλανος
=
zwart
πίμπλημι + gen.
=
vullen met
τὸ πῦρ / πυρός
=
vuur
ὁ μάντις / ιος
=
ziener / voorspeller
ἡ φρήν / φρένος
=
geest / hart / verstand
αἱ φρένες
=
organen in de borstkas (hart met longen) / geest / hart / gedachten / verstand
ἐσθλός
=
goed / edel
τελέω
=
voltooien
ἀγορεύω
=
(in het openbaar) spreken
ἕνεκα / εἵνεκα
=
ter wille van / wegens / om
τὸ ἄλγος / mv. ἄλγεα
=
beproeving of pijn / verdriet
ἐθέλω / θέλω
=
willen / bereid zijn
βούλομαι
=
(graag) willen / liever willen
οἴκοι
=
thuis
ἀμείνων / ἀμείνονος
=
beter (comparativus)
ἀπόλλυμι
=
te gronde richten / doden / verliezen
ἀπόλλυμαι
=
omkomen / te gronde gaan / sterven
αὐτίκα
=
meteen